Categorie: Wetgeving
CLP GHS Wetgeving
Op 28 november 2008 heeft de Europese Raad de GHS-verordening aangenomen. De publicatie volgde op 31 december 2008 wat betekent dat GHS nu per 21 januari 2009 kan worden toegepast. |
GHS en wat het voor u betekent
GHS – Het wereldwijd geharmoniseerd systeem van classificatie en labelling van chemische stoffen deelt chemische stoffen naar gevarentype in en stelt geharmoniseerde elementen voor gevarencommunicatie voor, inclusief labels en veiligheidsdatabladen. Het stelt zich tot doel dat informatie over fysieke gevaren en toxiciteit van chemicaliën voorhanden is en zo voor een grotere bescherming van menselijke gezondheid en het milieu te zorgen tijdens de behandeling, het transport en het gebruik van deze chemische stoffen. De GHS legt ook een basis voor de harmonisatie van regels en regelgeving voor chemische stoffen op nationaal, regionaal en internationaal gebied, een belangrijke factor voor de handelsbevordering.
Voor de Europese Unie zijn de volgende verplichte invoeringsdata bepaald:
- ‘Puur’ chemische stoffen: 01/12/2010
- Mix van chemische stoffen: 01/06/2015
Tijdens de overgangsperiode tussen de publicatie van de Europese Richtlijn en de ingangsdatum zijn beide systemen toegestaan (HSID en GHS):
- Wat labelling aangaat mogen het HSID-systeem en het GHS-systeem niet op dezelfde doos worden toegepast. Als de fabrikant voor december 2010 voor het GHS-systeem kiest, mag hij niet meer van het HSID-systeem gebruik maken.
- In dit geval moet alleen de MSDS beide systemen weergeven
GHS-labels zullen het HSID-labellingsysteem dat we nu gebruiken vervangen. Dat betekent dat het pictogram op een oranje vierkant en de R + S-zinnen zullen verdwijnen. Ze zullen door nieuwe symbolen met ruitvorm worden vervangen en door zinnen die op Risico’s zijn gebaseerd:
- Fysieke risico’s
- Gezondheidsrisico’s
- Milieurisico’s
De oranje symbolen (HSID) zullen door de nieuwe GHS-symbolen worden vervangen. Het symbool moet minstens 6,66% (tevoren 10%) van het labeloppervlak beslaan |
De grootte van de labels met pictogram en de noodzakelijke veiligheidszinnen blijven gelijk als in de huidige CLP-regelgeving.
Inhoud | Labelgrootte (mm) | Minimale pictogramgrootte (mm) |
< 3 liter | 74×52 | 16,02 x 16,02 |
3-5 liter | 105×74 | 22,76 x 22,76 |
50-500 liter | 148×105 | 32,19 x 32,19 |
>500 liter | 210×148 | 45,52 x 45,52 |
Meer informatie over deze wetgeving is beschikbaar op de volgende websites :
Lockout Tagout Wetgeving
Naleving van de wettelijke vereisten
EUROPE:
De EG-richtlijn 89/655 specificeert de minimumvereisten inzake veiligheid en gezondheid bij het gebruik van arbeidsmiddelen op de werkplek. Artikel 2.14 stelt dat “elk arbeidsmiddel moet voorzien zijn van duidelijk identificeerbare inrichtingen waarmee het van elk van zijn krachtbronnen kan worden losgekoppeld”.
De EN 1037-norm met betrekking tot de veiligheid van arbeidsmiddelen definieert de te nemen maatregelen met betrekking tot de uitschakeling van de energietoevoer naar machines en de verspreiding van energie om het onbedoeld opnieuw in werking stellen van machines te voorkomen. Deze norm garandeert een veilige en beveiligde tussenkomst in een risicogevoelige omgeving.
De Europese richtlijn CEE 89/655 egt de minimumvoorschriften vast met het oog op de veiligheid en bescherming van de werknemers die instaan voor het onderhoud van industriële uitrustingen
OOSTENRIJK:
AschG – ArbeitnehmerInnenschutzgesetz – Federale wet inzake veiligheid en gezondheid op het werk
AM-VO – Arbeitsmittelverordnung (verordening inzake het gebruik van arbeidsmiddelen) – Verordening van het Federale Ministerie van Handel en Werk-gelegenheid inzake de bescherming van werknemers bij het gebruik van arbeidsmiddelen, lid 1, §17 (1)
FRANKRIJK:
UTE C18-510 (elektrische toepassingen): Lockout van apparaten voor herstelling en onderhoud voor vergrendeling van apparatuur is het uitvoeren van de noodzakelijke procedures om te verzekeren dat de uitrusting in een veilige toestand is gebracht en dat die toestand wordt aangehouden; om heractivering van de machines te voorkomen, moeten ze voorzien worden van labels met de melding dat de geïsoleerde uitrusting niet mag worden bediend. De werkgever moet ervoor zorgen dat alle veiligheidsprocedures strikt worden nageleefd en regelmatig worden herzien met behulp van de nodige middelen. De werknemers moeten alle benodigde apparatuur gebruiken om het onderhoud uit te voeren.
Decreet 2010-1016 verwijst naar de verplichtingen van de werkgevers met betrekking tot het tijdelijk of permanent gebruik van elektrische installaties.
De arbeidswetgeving (artikel R4215-10) verwijst naar de identificatie van de operatoren
Decreet 2010-1018 verwijst naar de preventie van elektrische risico’s in de werkomgeving, decreet 2010-2118 verwijst naar de werkzaamheden die worden uitgevoerd op elektrische installaties.
Arbeidswetgeving (artikel R 4544-5): het gedeelte van de installatie waaraan wordt gewerkt (uitgeschakeld), moet worden geïdentificeerd en vergrendeld.
Besluit van 26 april 2012: iedere activiteit aan elektrische apparatuur moet gebeuren in overeenstemming met de nieuwe norm NF C 18-510. Artikel 1 stelt dat deze norm nu is opgenomen in de Franse wet op arbeid.
DUITSLAND:
BetrSichV 2015 (Duitse verordening inzake veiligheid en gezondheid op het werk) Verordening inzake de bescherming van de gezondheid en veiligheid van werknemers bij de terbeschikkingstelling van arbeidsmiddelen en hun gebruik in werk- en onderhoudsprocessen
Extract uit BetrSichV 2015
§ 8 Beschermende maatregelen in geval van gevaren veroorzaakt door energie, opstarten en stoppen
Paragraaf 3: “Besturingsapparaten die invloed hebben op het veilige gebruik van arbeidsmiddelen moeten in het bijzonder beveiligd worden tegen onopzettelijk of ongeautoriseerd gebruik.”
Paragraaf 4: “Arbeidsmiddelen mogen enkel opzettelijk in werking worden gesteld. Indien nodig moet het opstartproces op een veilige manier worden voorkomen.”
§ 10 Onderhoud en wijziging van arbeidsmiddelen
Paragraaf 3: De werkgever moet alle nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat onderhoudswerken veilig kunnen worden uitgevoerd.
(3) om de werkzone te beveiligen tijdens onderhoudswerken
(6) om gevaren te voorkomen die worden veroorzaakt door het verplaatsen van opgerichte arbeidsmiddelen of delen daarvan, alsook door gevaarlijke energie of stoffen.
(9) de nodige waarschuwingen en gevarenmeldingen voorzien met betrekking tot onderhoudswerken aan arbeidsmiddelen
Paragraaf 4: Waar, in het geval van onderhoudsactiviteiten … worden uitgevoerd met ingeschakelde energie, moet de veiligheid van de werknemers tijdens de duur van deze werken worden gegarandeerd met behulp van andere geschikte maatregelen.
ITALY
The Italian legislation (Direttiva 2001/45/CE del Parlamento europeo e del Consiglio del 27 giugno 2001 che modifica la direttiva 89/655/CEE) concerns the minimum safety and health requirements for the use of work equipment by workers at work.
ZWITSERLAND
UVG – Federale wet inzake de ongevallenverzekering.
VUV – Verordening ter preventie van ongevallen en beroepsziekten
titel 1, hoofdstuk 2, paragraaf 1, art. 3; titel 1, hoofdstuk 3, paragraaf 2, art. 30, 31 paragraaf 3, art. 37; paragraaf 4, art. 43
EKAS-richtlijn nr. 6512 – Arbeidsmiddelen
Deze voorschriften vermelden duidelijk dat de uitrusting tijdens onderhouds-, instel- of schoonmaakwerkzaamheden nietoperationeel mag zijn en dat de nodige voorzieningen moeten worden gebruikt om te verzekeren dat een machine bijvoorbeeld niet onbewust wordt ingeschakeld
SPANJE
De Spaanse richtlijn (REAL DECRETO 1215/1997, de 18 de julio por el que se establecen las disposiciones mínimas de seguridad y salud para la utilización por los trabajadores de los equipos de trabajo. BOE nº 188 07-08-1997) vermeldt de minimale veiligheidsen gezondheidsvereisten voor het gebruik van arbeidsmiddelen door werknemers.
ALLEEN VAN TOEPASSING OP HET VERENIGD KONINKRIJK: BS7671:2008
De Britse bepaling van voorschriften inzake arbeidsmiddelen – Voorschrift 19 – Isolatie van energiebronnen stelt het volgende: “Iedere werkgever moet ervoor zorgen dat, waar nodig, arbeidsmiddelen voorzien zijn van de nodige middelen om ze af te koppelen van al hun energiebronnen. Iedere werkgever moet de nodige maatregelen treffen om te garanderen dat bij heraansluiting van het arbeidsmiddel op eender welke energiebron geen enkel personeelslid wordt blootgesteld aan enig risico inzake veiligheid of gezondheid”.